Ik voel de pijn om te helen,
wil even niemand om me heen,
niet dat het niemand iets kan schelen,
maar ik moet hier in mijn eentje doorheen.
Geef nu even mijn beste raad niet weg,
hou haar lekker voor mijn eigen,
voor anderen dan even pech,
om het om een rijtje te krijgen.
Je stem klinkt steeds verder weg,
ik kan haar bijna niet meer horen,
tis niet voor me weggelegd,
ik sluit mijn ogen en oren.
Langzaam vloeit het gevoel uit mijn lijf,
de koude doet haar intrede,
en met haar de onverschilligheid,
al heb ik daarvoor niet echt een reden.