Vriend
Ik kan je nieuwe huis niet vinden.
Heb ruim een uur gedwaald.
Over paden die mij niet zinden.
En heb tenslotte gefaald.
Zoekend naar de weg
had ik borden gemist.
Was het voorbestemd of pech?
Of heb ik me simpelweg vergist?
Verhuizen was toch overbodig!
Die vorige plek woonde je maar net.
Die stap was toch echt niet nodig!
Waarom heb je jezelf zo op de kop gezet!
Ik zag je maar één keer per jaar.
Dus waarom zal ik nu vaker komen?
Hopelijk vind ik je daar.
Op die plek in de schaduw van de bomen.
Het adresboek is ook verlopen.
Jij staat er nog niet in.
Maar ik blijf toch hopen
en start weer bij het begin.
Wordt je liever niet gevonden?
Je bleef wel vaker graag alleen.
Ik kon je altijd moeilijk doorgronden.
Raar dat onze vriendschap nooit verdween
Ik heb geen bloemen voor je gekocht.
Misschien is het nu mijn straf.
Dat ik een uur lang heb gezocht
naar je laatste woning, je graf.