De nacht
Kerkhoven vol graven
Een kaarsje dat brandt
De doden herleven
Iemand speelt op een fluit
En zoekt naar een nieuwe buit
De eerste beginnen te lopen
Ze komen bij je binnen geslopen
Mensen rillend van angst
Dat is voor hun een goeie vangst
Stil is het in de straten
Waar een vrouw een kindje ligt te baren
Likkend aan elkanders voeten
Moeten zijn voor hun daden boeten
het gerochel uit iemands keel
Werd al gauw menigeen teveel
De sleutel van het verderf
Ligt bij jouw op het erf
Maak nu het slot maar open
En blijf hopen