hij was een man met fantasie
dat zei z'n moeder al
een helder licht dat was ie nie
eigelijk een triest geval
één ding wist hij: ik word heel rijk
daar is geen twijfel aan
toen zag ie 't licht; een nieuwe kijk
en kon z'n slag gaan slaan
hij vond een groep; die volgde hem
werd zo hun grote held
zo wordt je blij, sprak hij met klem
geef mij maar al je geld
't geluk bleef uit, ze werden kwaad
zeiden; we zijn niet gek
hij ging berooid en werd gehaat
met veren en met pek
bitter sprak hij: da's nou het punt
dat men mij 't succes niet gunt
hij gaf niet op en wou revanche,
had toen een nieuw idee
maar zocht het in een andere branche
dacht 't zit me nu vast mee
hij tapte stroom af bij z'n buur
die had toch nooit wat door
want anders is het veel te duur
zo'n wietplantage hoor
de poen was goed, dit houd nooit op
hij leefde in die waan
maar buurman zag toch wel z'n strop
en gaf hem keihard aan
politie kwam, nam alles mee
en toen de rechter sprak
dacht hij: ik zit in de puree
hij treurt nu in de bak
bitter sprak hij: da's nou het punt
dat men mij 't succes niet gunt
z'n vrouw die hij verwaarloost had
was 't gebeuren meer dan zat
ze verkocht hun huis voor haar eigen gewin
en trok toen bij de buurman in