Onverstaanbare roep en kreten, geluiden die het al verbleken.
Hitte stof en meer geweld, is wat op het slagveld telt.
Zwaarden die dan kreten breken en zich op de vijand wreken.
Van s' morgens al in groep geschaard breekt het op de vijand daar.
Met de vlag in het midden versloeg men daar die duizend schilden.
Elewijn werdt daar een held, want op hem werdt daar geteld.
Toen werdt de zon rood op die dag, en versloeg Elewijn hen met kracht,
tesamen met t' gehele leger dat bij hem was gebleven.
Rood van bloed was het veld dat zich baadde in t' geweld.
Stil verdwijnt het stof daar neer, en kende men dezijnen weer.
Velen die het goede dienden lagen waar ze t' niet verdienden.
Elewijn keek rondom heen en vindt met vreugde zijn gezel daar weer.
Ontroerd bekijken ze elkaar.......en kletteren hun zwaarden ... Ware Taal.
Het zwaard van Elewijn werdt veheven en tezamen brulde duizend kelen.
Dit is het land van Elewijn... Wij hebben gewroken hun moord en dodelijk venijn.
Op hun strijdros dan gezeten reden ze naar de burcht terug henen.
Maar midden in het grote bos viel Elewijn op het groene mos.
Rood van bloed was zijn kleed dat naast het paard af gleed.
Zijn gezel verheft Elewijn en met hun blikken ineen gevangen, kijken ze onbevangen.
Dan geeft Elewijn prijs de dagen, die hij lang hadt mee te dragen.
Elewijn begint te spreken met de krachten die nog bleven.
Aanhoor nu beste vriend, het is dit wat gij verdiend.
Moedig streedt gij aan mijn zijde en zal uw kracht nu gaan schijnen.
Kijk nu niet droevig aan, gij ziet de ogen van uw Vader aan.
Reinhardt is uw naam, en is van nu af zeer voornaam.
De burcht met alles daaromheen buigt voor U, en U alleen.
Aanhoor nu het geheim van mijn dochter Armachijn.
Wij trokken uit naat t' noorden tegen t' vals romeinse gloren,
daar werdt Orachim verwondt en schaarde onze ridders rondt.
Toen wisselden wij van naam en voerde ik het leger aan.
Orachim is mijn broeder, op hezelfde uur kenden wij onze moeder.
Volgetekend van de wonden is ons herkennen onbegonnen.
In de diepe kloosterdalen luiden toen ook Uw verhalen.
Zo .. werdt Orachim uw vader, in het klooster in die dalen.
Vechtend en al lerend, gelijk de leeuw bleef hij het u geven.
De kunde en het geweld werden dus door hem geveld.
Het gekletter van uw zwaarden kwam verweven uit die dalen,
versmolten met de wind hoorde ik dan uw waar gezind.
Zo is dan Armachijn gekomen en de burcht mee in getogen.
Armachijn was een koningskind uit de hoge noorderwind.
Ze was een wees, t' is zo gegaan, en Orachim gaf haar de naam.
Wat mij verblijdt is Armachijn, steeds spoorde ze in het rond tot ze in uw bijzijn stondt.
Zij berijdt nog steeds de vos die te wild is in het gros.
Zij is een pracht in haar wezen, en alles is haar ook gegeven.
Dit zijn de dagen van haar lijden ... alleen gij kunt haar veblijden.
Neem nu de ring en mijn zwaard en berg dat op uw paard.
Gij zult Armachijn de ring dan geven en leg het zwaard tegen haar leden
Op het lemmet van het zwaard staat geschreven Antragaar.
In het schijnen van de ring staat de naam Hilragien.
Zonder kijken zult gij spreken om hun namen te verweven.
Als haar tranen gaan bewegen, zult gij het zwaard dan nemen.
Steek dan met geheel uw kracht, het zwaard in de burcht zijn macht.
Sterk Omklemmend ring en zwaard versmelt dan alles in elkaar.
Fluister haar naam zacht in de wind die door het raam beneden zingt.
Dan zal ze reiken naar Uw hand, dat is dan van uwe kant.
Toen begon Elewijn's kracht te wijken en in zijn hand begon te schijnen
het teken van de Grootste Koning en verbondt zich met zijn woning.
Met dat Teken op zijn graf nam Reinhardt afscheidt op die dag.
Hij reedt naar zijn burcht dan henen en betrad de eerste treden.
Wat van Armachijn was gesproken beleefde hij voor het avondgloren.