Tranen in mijn ogen
Die na een tijd weer opdrogen
Verdriet en pijn tegelijk
Terwijl ik in het oneinig kijk
Zonder één woord of gebaar
Terwijl ik al één uur in de vertte staar
Ik weet niet meer wat ik eigenlijk wil
Plots is het doodstil
Ik moet weg, van de akelige gedachten
Niet meer afwachten
Weg, dat wil ik
Dat denk ik terwijl ik opschrik