Met zeven woorden en met zeven tranen
Heb jij licht in mijn ogen geblazen.
Bij iedere diepe put of scherpe struikelsteen,
Reikte jij me zachtjes je hand, en hielp me erover heen
Al fluisterend dat jij mijn vriendin bent.
Jij kwam vanuit een niemandsland en vond mijn hart,
Maar het was niet vrij.
Dromen en beelden uit niemandsland,
Maken iedere dag een zonnige dag,
Voor jou en mij.
Je stralend blijde lach,
Je zachte zonnigheid,
Je warmte dag en nacht,
Nee, dat wil ik nooit meer kwijt.
Zo alleen, zo om me heen,
Jouw beeld in ieder ding.
Eenzaamheid in mij,
Schreit jouw herinnering.