Ik zit weer op m’n geliefde plaats. In Brussel op café.
Er is geen enkele plaats zoals deze. Nergens op gans de wereld. Iedereen loopt hier mooi naast elkaar, je vervalt in de massa. Je wordt een niemand. En blijft het, heel je leven lang.
Verloren lopen in de stad en telkens nieuwe plaatsjes ontdekken, en nieuwe cafés.
’s Nachts dronken naar huis , waggelend. Niemand die op je wacht. Eventjes terugdenken aan die hopeloze verliefdheid van weleer. Die fatale verliefdheid…
Het nooit ver schoppen. Omdat dat de bedoeling niet is.