Niet ik wilde de lente tegen zijn
haren in strijken, maar toen de ijspegels
uit mijn haren vielen rende ik zoveel sneller
zoveel verder, verder, weg
door de bloesem
stopte het zonlicht
op het wateroppervlak
vervlogen de sterren
mengde mijn tranen
zich in't slijk
soms in dikke mist
- wanneer de hemel de aarde streelt -
zie ik je voetstappen
in de aarde,
één pas voor
maar altijd zoveel verder, verder, weg.