Het middel van de schepper
Eenzaam gluipt een man door straten
Door hij laaghangende wolken wordt hij vermist
Zijn vage omtrekken lossen op bij het geringste kookpunt
Het enige wat van hem overblijft zijn de dauwdruppels op jouw voorhoofd
Adem je hem in, dan ben je hem
Maar hij is ook jou
Kunnen wij daarom dan ook lopen op het water
Omdat we lopen op onszelf
Hij kijkt naar de grond en ziet schaduw weerspiegelt in een plas
Hij kijkt naar de hemel en ziet eigen tranen vallen uit de hemel
Hij kijkt naar zichzelf en maar ziet niks
Vreemdelingen vinden hem vreemd