Toen je kapot ging van de pijn
Verdwaalde jij
Mijn warmte en liefde was niet genoeg
Terwijl jij verdwaalde in de bossen verdwaalde ik in de kroeg
Ook al was het de volgende ochtend voor mij veel te vroeg
Wist ik precies waar je was
Dacht er aan toen ik gisteravond dronk
Mijn laatste glas
De oude boom, zo groot, zo sterk en zo geworteld
Je voelde je er altijd zo veilig onder
Daar waar we elkaar leerde kennen
Waar we de les leerde dat je niet
Altijd weg kan rennen
Trof jou er koud en verward aan
Begreep niet waarom je er niet was weggegaan
Toch lachte je warm en voldaan toen je me zag
Je lachte als de zon, het is de mooiste lach
Wij die zo blij waren elkaar weer te zien
Ik die jou zag als iemand vol van warmte en mededogen
Die mij in jou stralende welzijn deed meezogen
Te lang deden we
Niet geloven