...
Ik ben de war kwijt, in de kluts
geraakt, mijn hoofd dobbert
op mijn lijf, die vlezige zee
van emoties en diep verlangen
met mijn beide schouders als
de brede oevers van de wanhoop
botst mijn kop als boei
in golf, in schuim, in maal-
stroom, o vele malen storm
woedt in mij
Onpeilbaar, ben ik bodemloos
geraakt, mijn lichaams-
korst doorboord en nu duizelt
diepte mij als nooit tevoor
niet langer meer één
naam, kleed, faam en leed
mens noch géén, ben ik
huidloos, huisloos, en zonder huil
tussen wal tussen schip
geraakt, en nu, nu is mijn hoofd
zo dol als tol
De gewoontes raken ontheemd
bevreemd, ziet mij de wereld
aan - alsof ik eerste pasjes
weer zetten moet maar niets
kan leren, noch kan zoeken, toch
te wandelen en toch –
te vinden, hij
die zijn hoofd verliest
F.