Ik zit al sinds mijn zesde in deze fabriek
het maakt mij ellendig, het maakt mij ziek
mijn ogen tasten in het vage zonnelicht
naar een of ander gezicht
dat wel lachen kan
en pas dan
zou ik weten dat leven de moeite is
maar dat kan niet, in deze gevangenis
steeds weer, altijd weer naaien
het helpt mijn leven naar de haaien
mijn handen zijn niet meer wat ze geweest zijn
eens zo mooi, eens zo fijn
één kleine fout
en we worden geslagen met een knuppel van hout
help me dus, en maak mij of m'n medemens goed gezind
en steun de rechten van het kind