× Een oppervlakkige schets ×
Ik klampte mezelf aan je vast,
onbewust maar toch heel reeël
En samen trok ik ons in een gat,
we kwamen erachter, dat er geen terugweg was
We probeerden nieteens ‘vrij’ te komen,
want hoe lager kwamen,
hoe gelukkiger we waren
Althans, dat dacht ik
En toen ging ’t goed,
want ik wilde zo graag op vakantie,
De kilo’s vlogen eraan, en vraag me niet hoe het kon,
maar ik voelde me mislukt en lelijk, dat sowieso
Ik dacht daar veel aan vriendinnen,
ookal was het echt super daar,
Maar toch, ik miste iets..
en dat voelde onherkenbaar
Weer controle terugkregen,
want de vakantie zat erop,
Alles ging er zo snel af
en daarmee begon een nieuw dieptepunt
En het aller ergste is,
ik geloofde erin,
ik geloofde dat ik blij was,
maar toch walgde ik van mezelf
Toen zou de dag weer komen
en ik mocht jou zien
Ik voelde me die avond zo gelukkig,
zo gelukkig, ik straalde zelfs
Al die tijden hadden ze me niet zo gezien,
en jij krijgt het voor elkaar,
Daar hoef je nieteens moeite voor te doen
en je beseft gewoon niet, hoeveel je voor me betekent
Tranen van geluk
omdat ik zo ontzettend blij ben,
met de belangrijkste mensen,
die er altijd voor me zijn
Tranen vanwege de schaamte en haat,
Omdat ik mezelf niet genoeg genoeg vind,
omdat ik de mensen, waar ik zoveel van hou,
niet bedoeld, maar toch pijn doe.
En dat vergeef ik mezelf nooit..