Herinner.
Ik herinner hoe je lachte,
als ik even naar je keek.
Hoe je me verachtte,
wanneer ik je ontweek.
Ik herinner me jouw lange haar,
spelend met de wind.
Ik herinner me je leven,
je was nog maar een kind, bemind.
Ik herinner onze ruzies,
ik herinner me je ogen.
Waarom moest je weg opeens,
zonder mededogen?