Je hebt me zo lang genegeerd
Hopende dat je me vergeten zou…
Al die tijd heb ik zacht gefluisterd
Maar nu gil ik het uit naar jou!...
Nu ga je me onder ogen komen
Of je nou wilt of niet…
En ik ga ook niet eerder weg
Dan dat je mij erkent met mijn verdriet…
Jarenlang heb ik toegekeken
Als een in de hoek gezette doos…
Hoe jij mijn herinnering vermeed
En daarmee voor een façade koos…
Af en toe drong ik wel eens tot je door
Maar je verwelkomde mij niet…
Behandelde mij als een vreemde
En deed mijn aanwezigheid teniet…
Je raakte dan in de war van mij
Voelde je droevig en alleen…
Enkel probeerde ik je te omarmen
Terwijl jij tegen me vocht en ik maar weer verdween…
Geloof me alsjeblieft als ik zeg
Dat ik niet aanwezig ben om je te kwellen…
Niet jou probeer onderuit te schoppen
Maar je iets waardevols wil vertellen…
Ik ken je als geen ander
Ken de pijn onder je gemaakte lach…
Voelde ook die eenzame momenten
Wanneer je het niet meer zitten zag…
Je voelt je soms zomaar somber en triest
Zonder dat je het zelf uit kan leggen…
Luister alsjeblieft eindelijk eens naar mij
Zodat ik het je kan zeggen….
Zolang je mij niet in je armen sluit
Me blijft proberen te verstoten uit jou…
Zul je je nooit compleet voelen
En verkeren in een toestand van rouw…
Ik ben de kleine verdrietige jij
Die alle verdrongen tranen niet heeft verzonnen…
En ondanks alles ook heel sterk kan zijn
Heb het immers nu toch van jou gewonnen…
Hou me niet langer verborgen
Je kan toch niet om me heen...
Geef toe dat door mij te negeren
Niet je verleden of verdriet verdween…
Bevrijd jezelf door mij te accepteren
En zie me niet als een donkere last…
Laat mijn aanwezigheid je leegte opvullen met kleur
Geef me een hele mooie plek en hou me vast…
Wees trots op die kleine vechter die ik ben
Die al dat verdriet heeft doorstaan…
Nu is het aan jou...
Om met opgeheven hoofd door te gaan…