Het duister
IJzeren tralies, onzichtbaar
voor het raam gespannen
Werpt denkbeeldige schaduwen
op mijn lichthouten vloer
Ik staar doorheen het raam, naar buiten
en de zon is omhuld door wolken
De regen klatert luid neer
op de straatstenen van de bobbelweg
Alles is zwart in de nacht
wanneer een veelkleurige vogel
Zich voorzichtig neervlijt
in een hoekje van het raamkozijn
Alsof hij zich beschermen wil
tegen de regen en ik fluister stil ...
Mooie vogel achter het raam
kijk mij dan toch, even, aan
Jij bent vrij, en ik, ...
ik moet maar weer naar bed toegaan