waarom nu jij
jij,die ene waar ik
mijn huis kon op bouwen
dacht ik
waarom jij,
de persoon die al
mijn bloemen kende
die de pracht wist
van de kleuren ervan.
Jij was de persoon die mijn bloemblaadjes
verscheurde en uitstrooide
op mijn graf
hoe kan je nu een opgebloeide bloem
verscheuren.