jullie zouden met me meegaan.
maar jullie hadden geen tijd.
ik heb er weer alleen voor gestaan.
we fietsen met je mee.
zullen we nu gaan.
ach amber, nee!
we hebben nu geen tijd.
nooit eens sorry.
of ook maar een klein beetje spijt.
je red het wel alleen.
nee nee nee en nog eens nee!
ik vind dit zo gemeen!