Droomvrouw
Mijn ogen volgen aandachtig jouw zwierende lichaam.
Jouw lijnen, mooier dan de mooiste kerstboom.
Jouw stappen, een voor een en o zo weloverwogen.
Mijn gedachten heb jij ongetwijfeld vaak gehoord.
Ik voelde me naar, teleurgesteld en verbitterd.
Een bang hart, het gevoel van kansloos te zijn.
Toch blijven mijn ogen je vol aandacht volgen.
De wind die door je mooie haren speelt, het is herfst.
Plots bewegen mijn voeten in jouw richting, o jee, help?
Dan weer stoppend, denkend, twijfel van ach nee.
Krakende eikels onder mijn voeten, ben dus niet de enige.
Ik zoek naar moed om jou aan te spreken, sigaret weg.
Ik kuch, slik, hoest en sta op het punt van verstikken.
Jij bent een dergelijk pracht, ultiem geslaagd schepsel Gods.
Zie mij hier, de 'Quasimodo' der mislukte mensen.
Maar als een magneet trekt jouw sierlijkheid me aan.
Verscholen achter een zuil zie ik je in de rondte draaien.
Denkend; 'meid jij hebt toch alles' schrijd ik aarzelend nader.
Ik ken jou al jaren lang, elke nacht weer in mooie dromen.
Zelfs jouw naam ken ik al krijg ik deze niet over mijn lippen.
Wees sterk, ben jezelf, verman fluister ik mezelf telkens toe.
Grijp je kans vent, ze lopen echt niet rond bij de bosjes.
Rode kop, bibberend roep ik heel voorzichtig jouw naam.
Jij stopt, draait je om en komt fier op mij toegelopen.
Een stevige omhelzing, een kus, links, rechts en op je mond.
Als `n aarzelende puber, ik voel je zachte hand in de mijne.
aan mijn hand, jij volgt me blindelings door de stadse drukte.
een kopje koffie en thee, we bevriezen, onze harten zijn warm.
nu, al mijn schroom lijkt vervlogen, als opgelost in het niets.
jouw wondermooie, warme, naakte lichaam tegen het mijne aan.
twee tongen, lippen, liefde, humor, voor elkander geschapen.
voor altijd één terwijl we in elkaars armen gelukkig inslapen
© John