Hij zuchtte.
1. Wanneer zal je zoals andere vrouwen worden?
2. Ik ben zoals andere vrouwen. Maar dat is misschien nu net het probleem.
1. Slaap maar.
2. En wat als ik een nare droom heb?
1. Dan lik ik het angstzweet van je lichaam.
2. Je weet toch dat je gestraft kan worden voor het aanraken van een minderjarig meisjeslichaam? Welke straf zou je kiezen: verhanging op het marktplein of ontmanning?
1. Verhanging. Slaap!
2. Wat vind je eigenlijk aantrekkelijk aan een vijftienjarig meisje?
1. Je weerbarstige haar. En je bent zo ‘Baudelairiaans’. Mooi en triest. En jij? Wat vind jij aantrekkelijk aan mij?
2. Wraak.
1. Wat?
2. Wraak op een vader die mij het huis uitstuurt omdat hij absolute stilte wil.
Kijk papa, kijk hoe je dochter onteerd wordt door een man die jij had kunnen zijn.
1. Wat? Ach, je bent gek.
2. Denk je? Misschien verscheur jij mij om je gezin heel te houden…..
1. Ik wil dat je weggaat. En neem je leugens mee, jij kindhoer.
2. Ik kan niet terug naar huis. Ik heb je toch verteld dat mijn vader me het huis heeft uitgestuurd.
1. Hoe zou dat nu komen? Omdat hij stilte wou, zei je? Juist ja. Hier heb je geld voor een hotelkamer. Eerlijk verdiend.
Je hebt gelijk.
Wat verborgen is, kan je beter niet opgraven.
Maar je zal het niet kunnen laten om af en toe eens over de rand te kijken.
Tot later, evenwichtskunstenaar.