Voor M.
Ik ben het wolkenpak dat
- op een late zomeravond -
uiteenspat in donder, bliksem
en de onovertroffen regenbui.
Ik ben de dampige mist die
- op een gure decemberochtend -
de straten dichtpakt en verstikt
en alle geluiden in stilte smoort.
Mijn kleuren zijn grauw en donker,
en mijn dagen zijn gehuld in zwart;
maar in mijn weemoedige klimaat
ben jij de zon die het duister verdrijft.