ik hoorde de klok tikken.
misschien zijn laatste slag,
ze begonnen me te prikken,
misschien was dit mijn laatste dag.
ik heb het weer gedaan.
alles werdt zwart voor mijn ogen.
uren heb ik daar gestaan.
je werd boos smeet met je woorden.
ik lachte heel hard.
deed net alsof ik ze niet hoorde.
vol spoed bracht je mij weg,
en kijk mij nu eens leven.
luister eens naar wat ik zeg.
: ik ben op.