de vraagtekens blijven zich verveelvoudigen
terwijl ik iemand hoor zingen
verdrietig, gebroken
perfect voor zondagse huilbuien
en ik denk terug aan mijn blik naar beneden
mijn blik overal, behalve bij jou
wat wilde ik eigenlijk? wie dacht ik dat ik was?
ik loop heen en weer, zet thee
vergeet en herinner, luister en schrijf
wat had ik er eigenlijk van verwacht?
en ik was niet gelovig maar dacht wel veel na
wat zo interessant leek was slechts leegte
want schijn bedriegt altijd
ik ben in de war
maar dat is niets nieuws, niets ergs
misschien zal het altijd wel zo blijven
of misschien is het tijdelijk
en ik denk terug naar mijn blik in de verte
mijn blik overal, behalve bij jou
en dat ik nooit sorry zei
sorry, het spijt me
het spijt me dat ik zo moet zijn