Je was leuk,
Je was tof.
Je was er altijd voor me
Hoewel ik er niet altijd voor jouw was.
Toch bleef je.
Je maakte m’n leven aangenamer,
Leefbaar.
En toen viel alles weg,
Niet meer leuk,
Niet meer tof.
Je was er niet meer.
Zonder reden,
Zonder dag of vaarwel.
Simpelweg, weg.