Zou ik altijd blijven wachten in de frituur op je laatste trein? Alles eten maar ondertussen onze maaltijd niet vergeten. De smaak van sterke bittere wortels en ik maar denken dat ze diep zaten. De mooi versierde borden aten verraderlijk snel en ze leidden af van de inhoud. Dus, ik spuugde alle woorden er weer uit. Midden op je bord en liet je kijken, je zag het. Je ziet het, ik zie het, elke dag. De onverwoestbare liefde die van mijn hart door niemand opgegeten mag worden.
Nu, ben ik met mijn hoofd stiekem in de frituur. Elke dag, misselijk of hongerig wachtend op je trein. Drie gangen, zes gangen, twaalf. Hete pepers, zachte kaasfondue en miljoenen chocoladerepen. Het is er, ik eet wel door. Alleen dat ene kleine stukje in mijn buik, ik ben zo bang dat het nooit gevuld kan worden. Je hebt gewonnen, de tafel in mijn buik zal gereserveerd blijven, want je hebt me gesmaakt.