Ergens in een ver land
Heel ver hier vandaan
Bestond geen liefde
Enkel mensen die elkaar griefden
En voor enkel een stuk brood
Joegen ze elkaar in de dood
Ze schopten, sloegen, knepen, beten
En pijnigden elkaar
Dat ging zo maar door en door
Jaar na jaar
Er was geen respect, discipline of orde
Alleen een schreeuwende en stinkende horde
Mensen die zich nooit eens wasten
En nooit eens plasten in de po,
Maar hun behoefte deden ze bij de buurman in de brievenbus cadeau
Nooit eens een complimentje of een hart onder de riem
Nooit eens een cadeautje of een verrassinkje misschien
Alleen maar egoïstische mensen
Die alleen maar dachten aan hun eigen wensen
Ze keken alleen naar het verleden
En waren altijd negatief
Nooit keken ze naar het heden
Vandaar dat de bevolking van de buurlanden hen meden
Het was alleen maar ik, ik, ik
Ik, ik, ik
En nog een ik
En de koning van het land
Vond het allemaal wel heel frappant
Want in de twee jaar dat hij weg was geweest
Was zijn prachtige land
Verandert in een beest
In een beest van een land
Wild en woest
En toen de koning weer terugkeerde in zijn land
Hield het beest zich niet koest
Het bleef gewoon zijn gangetje gaan
En de koning vond dat er toch echt iets aan moest worden gedaan
Dus probeerde hij het beest te temmen
En de criminaliteit een beetje te belemmeren
Maar de bevolking stond dit niet toe
En de koning was het gauw moe
En hij dacht: Er is toch niets aan de hand
Als ik mijn bevolking verspreid over een ander land
En zo mengden de goeden met een paar slechten
Het moraal van dit gedicht is
Welk ras of soort mens je ook hebt
Er zitten altijd goeden en slechten tussen
Of je nou Chinezen hebt of Russen
Er zit er altijd wel eentje
Waarmee je – als je geluk hebt – dan
Een goede vriend mee worden kan!
Hoi, ik was 13 toen ik dit maakte en ik hoop dat u ervan heefd genoten!
Groetjes Sel14