Ik kan niet leven met de gedachten dat je snel weer weg bent.
Ik kan niet leven met de gedachten dat als je weg bent mezelf zorgen om je te maken wat je nu weer gaat doen.
Ik kan niet leven met de gedachten dat het elke dag mis kan gaan.
Ik kan niet leven met de gedachten dat je er misschien morgen niet meer zult zijn.
Ik kan niet leven met dat je me elke keer de schuld geeft van je eigen fouten.
Ik kan niet leven met de gedachten dat ik geen moeder meer heb.
Ik kan niet leven met de gedachten dat je er niet elke dag van myn leven is geweest.
ik kan niet leven met de gedachte dat je er niet was toen ik je echt nodig had terwijl ik er altijd voor jou was.
Maar met deze dingen leef ik iedere dag en het is ZO moeilijk elke dag weer.