Een klein muisje ging eens aan het wandelen,
hij trok de weide wereld in.
Hij wou wel eens kijken,hoe het allemaal ging.
hij dacht niet aan gevaar in die grote wereld
nieuwsgierig keek hij om zich heen.
Nog denkend aan zijn ouders thuis,
hoe konden zij nu zeggen de wereld is niet pluis.
Zo liep hij dagen achtereen,
hij had de grootste pret,
ook al had hij s`nachts geen lekker bed.
Zijn eten haalde hij uit vuilnis bakken,
Oude stukjes kaas,hij at daarmee zijn buikje rond
en viel in slaap daar op de grond.
Zo werd hij gauw gevonden door een grote kat,
die wel zin in het muisje had.
Hij pakte met zijn klauwen,
het kleine muisje op.
Die werd ineens wakker,
en zag de grote kat.
Het muisje besefte dat hij alles had onderschat
Hij dacht aan zijn ouders ,zusjes en broers,
en deed ineens iets stoers.
Hij gaf de kat een op lawaai
en rende er snel vandoor
Hij rende naar zijn huis terug,
het ging heel vlug.
En bij zijn huis aangekomen
och wie stonde daar.
Hij kon het haast niet geloven
zijn familie stonden daar met elkaar.
Oh wat was het muisje blij
dat hij hen zag staan.
Het was voor hem de laatste keer,
dat hij van huis weg zou gaan.
Geschreven door Sjan Baerveldt