Ik zit weer danig in de put,
heb weer eens geen fut.
Was maar weer gaan wandelen,
en heb eens heel goed nagedacht.
Ik heb door mijn handelen,
heel wat teweeggebracht.
Ik zag veel paartjes voor mij lopen,
en dacht, dat kun jij alleen maar hopen.
Ik was voor hun blij,
maar helaas, dat gold niet voor mij.
Somber ben ik doorgelopen,
ik zal niet meer hopen.
Altijd eenzaam, maar wel vrij,
toch ben ik niet blij.
Eenzaamheid, dat is mijn prijs,
het brengt mij van de wijs.
Somber staar ik voor me uit,
ik wil toch ook een vrouw,
die zegt ik hou van jou,
je moet vooruit!
Ik denk nu vaak, heel even,
is dat nu mijn leven?
Eenzaamheid, is dat mijn lot?
Daar ga ik aan kapot.
Daarom neem ik dit besluit,
en stap voorgoed het leven uit.
Dit is voor mij de laatste keer,
hierna hoor je mij niet weer.