Bernard alles klinkt toch zo verward
Jij mijn vriend en toch iets heel apart
Waar sta ik tussen al jouw paardjes
Op mijn twee poten zonder haardjes
Te midden jouw boomgaard gans alleen
Hoor ik onze vrouwtjes ondereen
Spreken over koetjes en kalfjes
Woorden als verzachtende zalfjes
Die het luisterend oor toch verhard
Omdat ze komen recht uit hun hart
Met een knipoogje naar de schaartjes
Naar die verhaaltje zonder staartjes
Zo kijk ik naar het fruit om mij heen
En het raakt mij door merg en been
Te rijp, te rot, al op zijn halfjes
Of is het op ons anderhalfjes