De volle maan
had tijdens de wolkenloze lentenacht
hongerige wolven gebaard.
Een krachtige bries
maakte de warmte draaglijk
achter glas,
de autosleutel klikte uit het slot
en verstikte de motor in zijn gereutel.
Zou het regenen vandaag ?
De zon begluurde ons zacht
door de keukenkoepel
en was heer en meester
in het blauwe uitspansel.
De wakke was wiegelde
rustig en geduldig
aan een slappe draad
wit en fris,
zoals je handen die geheimzinnig
dwarrelden over mijn gezicht
en sprakeloos zegden,
'k hou van jou, mijn hartedief.