je bezit over al mijn verdiet.
bent de stem die mij doet huilen.
gevoelens heb jij niet.
ik mag van jou niet leven.
ik moet rennen naar schoonheid.
altijd maar overleven.
ik mag van jou eten zoveel ik wil.
maar wat daarna allemaal moet...
daarover ben ik liever stil.
ik moet van jou zweten.
overgeven.
allemaal omdat ik eerst moest eten.
ik moet alles blijven tellen.
nadenken elke minuut.
wij hebben de grootste rellen
ik moet van jou.
het moet het moet.
ik heb niets te willen...ik wou ik wou.
laat me gaan jij , jij als ik.
want je geeft geen adem.
ademnood- ik stik.