Het is allemaal zo makkelijk.
Iemand geeft je een compliment, je neemt het aan.
Iemand bouwt je op, je kunt het alleen maar neerslaan.
Iemand zegt dat je trots op jezelf mag zijn.
Je maakt jezelf nog extra klein.
Twijfel, vragen, gevoelens, je weet niet wat je moet.
Het lijkt zo raar, maar het voelt zo goed.
Bouw ik nu die muur weer om mij heen?
Of doe ik het anders dan voorheen?
Kritiek krijgen voelt wel oké,
een compliment krijgen heb ik meer moeite mee.
Dat is soms moeilijk te verteren,
dat moet ik nu toch maar eens leren.
Om dan niet direct dicht te slaan.
Dat gaat nog wel met vallen en opstaan.
Steeds een beetje meer open staan, eerlijk zijn.
Het gevoel toelaten, moeilijk, maar het voelt fijn.
Als het eindelijk eens lukt dat vrij te geven.
En dan een positieve reactie van een ander te beleven.
En ook de herkenning, in je gezicht te lezen.
Voelt als warmte in heel mijn wezen.
Ik ga steeds meer ècht leven.
Nu ik ook een gemeend compliment kan geven.
En wuif je het compliment weg?
Dan is dat even pech.
Dan herhaal ik nog stelliger dan voorheen:
omdat ik het wel degelijk meen.
Met die muur om me heen, was ik minder compleet.
Nu vind ik het juist fijn als je iets van me weet.
Gevoelens laten zien voelt niet verkeerd.
Ik ben er nog niet, maar heb wel al veel geleerd.