winterpijn
Er roert iets in mij.
Het ontroert me.
Een zacht briesje verdrijft het ijzige.
Ook in mezelf zat kil en koud.
Het geklop van twijfel en angst.
Het winterlandschap bekoorde mij niet.
Mensen werden ijsheiligen.
Ik zat op de ijsstoel,
onbestuurbaar en onbemind.
Na mijn gezwerf langs eenzame wegen...
Een warm getintel,
een prikkelend gekriebel.
Ik opende mijn ogen en zag weer de sneeuwklokjes.
bokkie46