Ontwapenend...
Een woord gehoord, niet gedacht.
Daarin ligt waarschijnlijk ook gelijk de kracht.
Alarmbellen gaan rinkelen, is er dreiging?
Verdediging op scherp is dan vaak mijn neiging.
Maar hoe kan het dan dat deze keer de bewapening achterwege blijft?
Een vriendelijke blik, met open ogen?
Een lieve lach?
Is dàt de reden dat ik van de verdediging afzag?
De grote zware muren, in lange tijd opgebouwd.
Daar kom je niet zomaar binnen,
toch voelt dit wel vertrouwd.
Misschien omdat je ook goed bent in het bouwen van muren?
Daardoor geen angst, het zwaar te moeten verduren?
Misschien was dit in het geheel een belangrijk teken.
Moeten we samen de muren nu af gaan breken.
Er is zoveel om van te genieten buiten die muren.
Misschien was dit onbewust ook wel een wens,
het ontmoeten van zo'n bijzonder mens.
Door toeval bij elkaar gezet,
begonnen met een les vol pret.
Maar misschien geen toeval, moest het wel zo zijn,
ik weet het niet, maar het voelt wel fijn.
Het laatste wat ik wil, is je met persoonlijke woorden verjagen,
al wist ik daarin vaak te slagen.
Geen enkele bijbedoeling, dubbele bodem,
what you see is what you get.
Wat ik hiermee eigenlijk bedoel,
Wat het nu precies is, dit gevoel?
Wil of moet ik er iets mee?
Ik heb eerlijk waar nog geen idee.
Waarom dan toch dit gedicht geschreven?
Ik vind je op één of andere manier bijzonder.
Dat wil ik je toch als compliment meegeven.
Ik zou nog veel meer willen vertellen,
maar dat lukt niet in een gedicht.
Misschien dat dàt live er nog eens uitkomt,
oog in oog, recht in je gezicht.
(en anders trek het er maar uit)