Ach Josef had een slechte jeugd
Het is waarachtig treurig
Herkende daardoor geen kwaad of deugd
En werd wat sikkeneurig

De bescherming die hij moest ontberen
Zou hij wel zijn dochter geven
Heeft van zijn leed niks kunnen leren
Ontnam haar ook het leven

Een kelder bood de zekerheid
Tegen de boze buitenwacht
En bovendien de mogelijkheid
Een slavin voor de nacht

In Nederland ophef over ouders
Op voorhand ongeschikt
En licht geheven schouders
Wat Josef heeft geflikt

Monsterlijke wanpraktijken
Waarvan omgeving geen besef
De joviale opa lijken
Bizar toch wat een lef

Dan nog begrip van zieke zielen
Die der Fritzl steun betuigen
Waanzin van randdebielen
Normbesef totaal in duigen

Hopelijk heeft het Oostenrijks hof
Nog een keldertje misschien
Waar opa kan vergaan tot stof
En niemand meer mag zien.....