Wat als wij nog niet hadden moeten stoppen met ons.
Nachten lijken langer nu,
nu dat de warmte om me heen verdwenen is.
Dromen lijken niets anders
dan goed verborgen boodschappen,
en het tikken van de klok
klinkt eenzaam ver weg,
diep in het donker van de nacht.
Waar ik vasthoud
aan een bekend verleden
stap ik telkens momenten terug.
Naar een tijd waar ik lief had,
waar ik lief durfde hebben,
Naar een gevoel,
dat mij omhult.
Een aanraking,
die mij compleet maakt.
een warmte,
Diep in jou en mij.
Een illusie,
haast beleefd door de ogen van een ander,
waar mijn hart zich overgaf
en het won van mijn verstand.
Waar het goede ook echt goed was
en slecht niet bestond,
dagen gevuld met kleur.
Schijf ik nu slechts misvormde herinneringen,
over een tijd lang vervlogen,
en luister ik naar de simpele melodieën
die me aan jou denken doen.
Ik beleef mezelf,
waar ik ooit eens lief had.
Totdat ik weer lief durf te hebben.