Ik wil weglopen, wegrennen
me verstoppen in het bos
me verbergen in het donker
wegduiken in een hoekje
waar ik niemand in de weg zit.
En daar,
op dat donkere hoekje in het bos
wil ik me neerleggen
en eindelijk eens uitrusten.
Geen angsten meer
voor de meningen van anderen
Geen gedachten meer
omdat ik anderen in de weg zit
Geen gevoelens meer
- gewoon eens écht uitrusten.
En dat als ik wakker word
de zon weer zal schijnen,
de vogeltjes weer tsjilpen
en jij daar aan komt rennen
mij in je armen sluit
fluisterend dat je me gemist hebt,
je ongerust was
en je tilt me op.
verborgen in jouw sterke armen
keer ik terug
naar de werkelijkheid.