Hij was een laatbloeier.
Op school twee keer blijven zitten.
En hoe ze ook steeds op hem fitten.,
Voor hem had de school reeds afgedaan.
Want als de kinderen hem pesten.
en hij volledig crashte
Was hij te bang om terug te slaan.
Hij mocht niet apart en anders zijn.
Hij miste al zijn jongenslijf gedrag
Ze vonden hem verwijfd, te week..
Omdat hij met zijn lange haren en soms gillen.
Zijn wiegend heupen en zijn pasjes
Veel meer op een meisje leek.
Ze pakten van alles van hem af.
Zijn tas, zijn schriften, boeken,
mobiele telefoon.
Hij was het slachtoffer van bedreiging
en van hoon.
En thuis gekomen zat hij huilend
eenzaam in zijn kamer
Dan was de angst eventjes voorbij.
Maar elke dag opnieuw.
In steeds ergere vormen.
kropen het als enge wormen
in zijn geest.
Op internet werd hij bedreigt:
‘straks ben jij er geweest !’
die dachten alleen maar aan rapporten,
aan goede cijfers moeten halen.
Ze begrepen niet wat er bij hem aanschortte
Hij was een homootje in wording.
Dat vonden ze stiekem een verwording.
Hij moest een echte jongen zijn.
Hij ramde met zijn vuisten,
thuis op het tafelblad.
Hij sloeg met alle deuren.
vernielde zijn cadeaus
Die hij voor zijn verjaardag had gehad.
Hij sloop s,nachts stiekem
naar de kamer van zijn vader.
Pakte een pistool uit zijn bureau.
Verstopte het onder zijn matras.
En s,morgens ging hij naar zijn school,
met het wapen in zijn jas.
Zijn bloed kookte, zinderend van drift en haat.
En schoot toen zwaaiend maaiend en in koele bloede
op Kinderen, die daar niets vermoedden
en zocht een plek die hem beschutting bood.
Hij haalde de trekker over
en schoot zichzelf dood….
Zijn vriendje waarmee hij op straat vaak speelde,
en per computer spelletjes deed en mailde
Werd zwaar gewond
per ambulance afgevoerd.
Auteur: Leon Larssen | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 19 maart 2009 | ||
Thema's: |