Branden.
Je dwingt me tot schrijven, en ik kijk je enkel aan met grote betraande ogen, ongetwijfeld zit mijn mascara zwart uitgesmeerd tot halverwege mijn wangen. Maar dat is niet wat je ziet, wanneer je kijkt. Je hoeft mijn ogen niet te zien om te weten wanneer ik pijn heb, je hoeft mijn lach niet te zien om te weten dat hij niet bestaat. Het lijkt te willen zeggen dat ik niet besta, dat mijn dromen niet bestaan. En dat ik hier ineengedoken slechts de herinneringen proef als bitter gal. Wil ik vuurspuwen, glas eten en zwaarden inslikken, om te kunnen bewijzen dat ik niet langer bang ben, dat ik hem niet langer haat. Maar dat het enkel nog zo nu en dan een bezoekje brengt aan mijn hart, omdat hij daar een plekje had, en heeft. Al is het plekje omgetoverd tot een kleine hel, het vuur zal verteren elke keer als ik aan hem denk. Tot hij uit mijn leven is, verbrand net als een deel van het huis.
Auteur: Marina van Vledder | ||
Gecontroleerd door: Marina | ||
Gepubliceerd op: 19 maart 2009 | ||
Thema's: |