Vroeger, toen ik klein was
kreeg ik boekjes, kleurtjes
en maakte ik dingen van papier.
Nu ik wat groter ben,
krijg ik kwetsende woorden, verwijten
en gebroken hartjes bij de vleet.
Ik ben niet meer onschuldig
en al heel wat minder naïf.
En het is juist dat wat me verwonderd:
Ik ben plots niet meer hun kleine hartedief.
Ik ben nu groot genoeg om op weg te gaan,
om alleen de wereld tegemoet te gaan.
Maar ik kruip slechts vooruit,
want lopen kan ik nog niet.
Ik wil je vragen, liefste papa,
vergeet me niet.