Hij pest me elke avond,
profiteert altijd van mij.
Hij zet zichzelf steeds op de eerste plaats
en denkt dan pas 'O ja, zij.'
Aan tafel heeft hij een plaatsje,
speciaal voor zijn ego.
Je kan er beter aan wennen,
want dat is nou eenmaal zo.
Als hij slechtgezind is,
is het slachtoffer steeds ik,
dan noemt hij mij eens lelijk,
de andere keer dik.
Hij heeft altijd commentaar,
op alles wat ik doe.
Hoe 'k eruit zie is nooit mooi.
Wat ik zeg is nooit goed.
Hij maakt vele beloftes,
en leent geld van me, ja.
Dat geld zie ik nooit meer terug
en die beloftes komt ie nooit na.
Hij merkt het zelf niet eens
hij heeft het helemaal niet door
Oproep aan alle broers:
Zusjes dienen daar niet voor !