Vogel in de lucht. Er is er een vogel in de lucht die ik kan afschieten. Hij is alleen, de vogel, en ik kan hem schieten. Tot op de grond; zijn lichaam in twee gebroken kaatst hij neer. Hoe hij mij uitdaagt, kijk die vogel daar.
Zijn vleugels zo breed openspant dat er haast niet naast te kijken valt; hij vraagt erom. Hij zingt in schreeuwen; vogel krast, heelt niet.
Kijk hem aan; zijn zwarte ogen priemen. Er is een vogel in de lucht; hij is koning. Zijn lijf onzichtbaar in zijn pluimen; snel gedaan. Ik kan een vogel schieten.