De spiegel
Ik kijk in de spiegel,
zie daar een meisje staan,
ze lacht niet, ze huilt niet,
ik kijk, en ze staart me aan.
Als ik in haar ogen kijk,
zie ik angst, zie ik verdriet,
vele mensen kijken ook naar haar,
maar er is niemand die het ziet.
Het spiegelbeeld dat naar me kijkt,
dat spiegelbeeld is van jou,
het is nu geen meisje van twaalf meer,
Maar een jonge vrouw.
Kijk naar de spiegel,
en zeg tegen haar,
uit je gevoelens,
dat is echt niet raar.
Als ze dan doorheeft,
dat huilen mag,
verschijnt er op de gezicht van het spiegelbeeld,
een oprechte lach.