Ik wil schrijven, boeken vol,
over jou hart.
Ik wil je zeggen in miljoenen mooie woorden.
Zinnen waar mijn tong van tintelt.
Over jou prachtig hart.
Ik wil schreeuwen van huizen, bomen, kastelen.
Hoe jou ogen de mijne strelen.
Maar telkens als ik het probeer,
stopt mijn pen met schrijven,
en maakt hij vlekken op het papier.
Telkens stokt mijn adem in mijn keel en worden mijn woorden ingeslikt.
Altijd als ik op zo'n huis sta besef ik me:
Ik kan het niet, er zijn geen geschreven,
gesproken of geschreeuwde woorden.
Geen woorden wat je met mij doet.
Dat hoeft ook niet, ik hoef je niet te zeggen,
dat ik je adoreer, aanbid en adembenemend vind.
Ik weet dat je ziet dat mijn ogen het naar je schreeuwen.
Mijn aanraking dat tegen je zegt.
En mijn lippen dat op je huid schrijven