Wanneer mijn hart zich verstopt in donkere contreien
In de donkerste gangen van een dolende ziel
Wanneer mijn ogen niet langer zien
Niet meer dan een wanhopige waas, een gissing, vaag
Wanneer dagen niet langer worden verlicht
En nachten geen heil meer brengen
Wanneer de morgen enkel demonen kent
Behorende tot de nacht
Slaat de klok op die enkele slag
Vergeet je wat ik altijd vergat
Vergeef ik wat jij nooit vergaf
Begraaf ik wat jij nooit zag