Ik zou je,
zo graag willen proeven.
Ik kan je geur hier nog waarnemen.
Van dat idee, word ik stiekem wel blij.
En dan zal ik je één van ons maken,
bloeddorstig, en lijkbleek.
Je donkerbruine ogen passen er prachtig bij.
Ik zou je,
in je zachte hals willen bijten,
zo voorzichtig, als dat het bloed zal vloeien.
En die glinstering van je spierwitte tanden,
zal de maan verbleken.
Je hoort niet langer bij de goeien.
Maar wees niet bang.
Ik zou je,
mee willen nemen naar de hoogste daken.
Om daar naar het wolvengehuil te luisteren.
En nooit meer slapen,
Eeuwen en eeuwen lang.