De kat grijnsde

De aanblik van de Kollumer kat

Was er één van een grote bek

Ik wilde ergens heen zei Alice

Waarheen vroeg de kat

Die op een boomtak zat.

Dat kan mij eigenlijk niet veel schelen

Als ik maar ergens kom

Ga maar ergens daar naar toe

Zei de kat

Ze zijn toch allemaal gek

Nee, zeg ik wil naar normale mensen

Dat zal je niet lukken sprak de kat

Ze zijn allemaal gek

Jij ook.

Anders was je hier niet.

Alice kon niet zo gauw een antwoord geven

Maar dacht als ik gek ben

Ik die denkt normaal te zijn

Is de hele wereld gek.

Nee zei de kat deze wereld is gek

Ik ben gek

Jij bent gek

Waar je na toe gaat zijn ze gek

Alice dacht dat ze gek werd van die kat.

Zie je zei de kat, die gedachten kon lezen

Net zei je nog dat je niet gek was

Nu geef je het zelf toe.

Nee zei Alice ik geef niks toe.

Jawel zei de kat je zei dat je gek werd

Van mij

Dat is niet het zelfde zei Alice

Toch wel zei de kat als je denkt van mij gek te worden

Is het zelfde als dat je zegt dat je gek bent

Nee dat is niet waar zei Alice

Iets denken is nog niet het zelfde als zijn.

Toch wel zei de kat.

Jouw gedachten zijn gek omdat je dat denkt

En gek denken is het zelfde als gek zijn

Anders kon je nooit gek denken

Dus dat is het zelfde

Nee zei Alice je kunt gek denken

Maar toch normaal zijn

Zie je ,zei de kat je bewijst het zelf

Dat is nou juist je gekte

Dus ben je gek !!