Je opent een gesloten boek
maar soms til je zacht de kaft
een klein beetje omhoog
en herinneringen dwalen
als een stille ochtendmist
door de kamer van het heden
Jaren geleden ontmoetten wij elkaar
urenlang chatten wij tot diep in de nacht
verhalen vloeiden langs onze vingers
afgelegen paden wisten wij te bedichten
Nu zijn we uit elkaar
we hebben elkaar gered
maar gaan nu onze eigen weg
en de gedichten, die dwalen voort
Dwalen voort in onze gedachten
in onze dromen, in onze herinneringen
als verdwijnende krachten, langzaam
in de nacht
Maar nu ik hier in de lege kamer,
de bladzijden vol reclame,
bekijk, weet ik,
dat wat was
is verdwenen
En niet meer dan een herinnering
blijft een deel van mij
soms mis ik je,
soms wilde ik dat het anders was
maar ik weet dat ik nu anders ben
dan degene van wie je toen was
Spreid je vleugels lieve meid
je bent gegroeid, sterk voor altijd
je hebt een plek gevonden
met vrienden en ruimte om te bloeien
En vergeef mij
dat ik op een dag
niet meer bij je was